Printmix – zo combineer je prints – een handleiding
Verschillende patronen combineren om zo een harmonieuze mix in je outfit te creëren, wordt echt gezien als een van de grootste uitdagingen. Natuurlijk kun je patronen in de mode willekeurig combineren. Maar we willen er toch wat systematischer mee omgaan, nietwaar?
Om deze reden richt deze gids zich op het onderwerp patroonmix – zo combineer je modepatronen zonder dat het overdreven lijkt. Daarnaast kom je meer te weten over verschillende patronen en het effect dat ze op je outfit hebben.
Aan het einde van de gids kun je patronen en motieven zo combineren en op elkaar afstemmen dat ze als één geheel ogen. En geen chaos veroorzaken in je uitstraling, tenzij dat je bedoeling is. Genoeg introductie, laten we naar de belangrijkste patronen in de mode gaan.
Printmix – deze patronen moet je kennen
Voordat we bedenken hoe we welke patronen met elkaar combineren voor een harmonieus geheel, kijken we eerst wat nauwkeuriger naar enkele sleutelpatronen.
Daaronder bevinden zich oude bekenden zoals:- Ruit-
 - Gestreepte-
 - Paisley
 - en polkadots.
 
Daarna laat ik je zien hoe je deze combineert en welke regels er zijn voor het mixen van patronen.
Ruiten
Ruiten zijn het populairste en ook meest geliefde patroon als het gaat om het wat opvallender maken van je kleding. Dat komt waarschijnlijk ook doordat het het makkelijkste patroon is om in je eigen looks te verwerken.
Tegenwoordig zie je ruitpatronen terug in allerlei kledingstukken. Van pakken tot breigoed en streetwear, er lijkt geen kledingstuk te zijn zonder ruit.
Deze veelvuldige toepassing komt ook doordat je ruiten zowel in de klassieke vorm als in subtiele "ruitjes" in verschillende groottes hebt, maar ook
- Visgraatpatroon,
 - Tartan Plaid
 - en Madras behoren tot deze printstijl. E
 
Er zijn dus veel variaties op de markt. Ook het combineren van deze patronen is heel eenvoudig. Vooral een ‘check-on-check’-look, oftewel ruit op ruit, werkt uitstekend.
Mitsdien beide ruitstijlen duidelijk van elkaar verschillen en niet met elkaar concurreren om de aandacht. De sleutel is om te variëren met de verschillende groottes van het ruitpatroon.
Zo kan een combinatie van verschillende patronen er best goed uitzien, zolang je erop let dat niet alleen de groottes, maar ook de kleurtinten op elkaar zijn afgestemd.
Zelfs binnen één kleurenspectrum kan gevarieerd worden. Vooral kleuren zoals
- Crème,
 - Tan
 - en blauw komen overtuigend over met dit patroon.
 
Het beste zijn ruitpatronen bij bovenkleding, overhemden en blazers. Ruiten kunnen bijzonder goed gecombineerd worden met andere ruitpatronen of zogeheten microprints.
Strepen
Horizontale strepen zie je vaak bij bovenkleding in Bretonse stijl. Maar ook verticale strepen zie je de laatste jaren steeds vaker. Meestal ook bij bovenkleding zoals T-shirt met V-hals, overhemden en truien.
Een opmerkelijke verandering. Strepen als patroon in de mode kende men vroeger vooral van pakken en overhemden. Ook bekend als "nadelstrepenpak". Gelukkig zijn de toepassings- en ontwerpmogelijkheden nu veel veelzijdiger.
Er zijn drie manieren om strepen met strepen te combineren.
- De eerste mogelijkheid is dat het streeppatroon overal in de outfit terugkomt.
 - De tweede bestaat erin de breedte van de strepen op broek en top te variëren. De derde is om verticale strepen op het bovenlichaam en horizontale strepen op de benen te dragen.
 - Drie simpele mix-en-match regels die heel makkelijk te volgen zijn. Daarnaast kun je met kleuren spelen om een interessante look te creëren.
 
Bij elegantere outfits is het aan te raden om te kiezen voor een wat ingetogener kleurenpalet. Een variatie van tinten binnen hetzelfde palet kan prachtig werken.
Je moet er echter op letten dat de combinatie niet te eentonig oogt. Ook de combinatie zwart/wit kun je beter vermijden; anders word je al snel in het "Beetlejuice-hokje" gestopt.
Strepen worden iets moderner als je ze in het marineblauwe segment plaatst. In combinatie met kledingstukken in neutrale kleuren worden gestreepte overhemden en T-shirts zo echte blikvangers.
Nu nog twee vragen:
Waarvoor is het streeppatroon het meest geschikt?
Strepenpatronen zijn het meest geschikt voor broeken, lichte, eerder casual stukken en casual basics.
Hoe combineer je het op een mooie manier met andere patronen?
Strepen kun je goed combineren met geometrische prints en, hoe kan het ook anders, met andere gestreepte kledingstukken.
Hanenvoetmotief
Een patroon dat je in het dagelijks leven niet vaak ziet, althans dat is mijn persoonlijke gevoel. Het hondentandmotief is een klassiek micro-ruitpatroon.
Dus, zeer klein en gedetailleerd, zich herhalend en als vullend element gebruikt voor het ontwerp van allerlei kledingstukken.
Kenmerkend voor dit patroon zijn de gebroken ruiten, die doen denken aan de krassporen van hanen. Klassiek is het tweekleurig uitgevoerd en meestal in zwart-wit.
In zijn klassieke vorm laat het hanenvoetmotief zich prachtig verwerken in monochrome outfits. Vooral bij pakken en jassen, waarbij de gelijkmatigheid van het patroon de formaliteit extra benadrukt, zit je met dit motief helemaal goed.
Omdat het om een steeds terugkerend patroon gaat, is het goed te combineren met patronen als uniforme krijtstrepen of grotere stippen. Verder scoort het pied-de-poulepatroon vooral bij gebruik in pakken.
Grijs/zwart is hierbij de combinatie waarop je moet inzetten. Wie het iets opvallender wil, combineert daarbij een eenvoudig wit overhemd en een monochrome gebreide stropdas. Blikvanger! Meer hoef je daar niet over te zeggen.
Het is duidelijk dat het hanenvoetmotief vooral als patroon voorkomt bij
- Mantels,
 - Blazer,
 - Kostuums
 - en komt volledig tot zijn recht bij een maatpak.
 
Het patroon kun je vooral dragen in combinatie met smalle krijtstrepen en monochrome prints.
Paisley
John, Paul, George en Ringo – de Beatles – maakten het Perzische Paisley-patroon in de jaren 60 tot een trend. Het kostte niet meer dan een paar optredens van de jongens in overhemden met het typische Paisley-motief om het tot een succes te maken.
Paisley wordt vandaag de dag nog steeds graag gedragen. Ook al vraagt het een beetje lef om met dit toch vrij opvallende patroon de deur uit te gaan.
Paisley is een intens patroon dat met zorg in je outfit verwerkt moet worden. Dit doe je het beste door het paisleypatroon bewust één enkele kleur uit de outfit te laten opvallen en te benadrukken.
Paisley kun je op twee manieren dragen. De opvallende en de nóg opvallendere manier.
- In combinatie met een T-shirt met krijtstreep of polkadots komt paisley goed tot zijn recht. Omdat de twee patronen niet proberen het paisleymotief te overstemmen.
 - Nog een tikkeltje opvallender wordt het als je paisley combineert met luxe stoffen zoals bijvoorbeeld leer of fluweel.
 
Hier is zeker lef voor nodig en het moet vooral bij je eigen stijl passen. Verder kun je zeggen dat Paisley vooral op
- Accessoires zoals sokken en stropdassen,
 - maar ook op pakken,
 - en zomerhemden
 - en shorts zorgen voor een goed figuur.
 
Je moet het vooral dragen in combinatie met strepen en polkadots.
Polka-dots
Tot enkele decennia geleden werden polkadots als een traditioneel vrouwelijk patroon beschouwd – het woord zelf betekent in het Pools zelfs "Poolse vrouw" en in het Tsjechisch "klein meisje". Toch kan het patroon een speelse rol spelen in de garderobe van de moderne man.
Polkadots zijn momenteel vooral te zien bij
- Stropdassen,
 - Doeken
 - en sokken en zetten als accessoires kleine kleuraccenten in de outfit van een man.
 
Door hun ronde vorm zijn polkadots bijzonder geschikt om te combineren met strakke patronen zoals ruitjes en strepen.
Zo werkt een polkadot-stropdas perfect met een geruit overhemd. Het is daarom aan te raden om accessoires met polkadots op je eigen pak af te stemmen en de stippen voor zich te laten spreken.
Een gedurfdere look zou zijn om een ruitjespak te combineren met een streepjesoverhemd en een polkadot-das.
Ook hier geldt: let er altijd op dat patronen elkaar niet overstemmen of te veel opvallen.
- Polka-dots zijn het meest geschikt als patroon voor dassen, sokken, zakdoeken en overhemden.
 - In de mix van patronen kun je deze bijzonder goed combineren met krijtstrepen en ruiten.
 
Hoe je prints mixt: de regels
Er zijn zeker regels voor het correct combineren van patronen in je outfit. Hierbij maak je onderscheid tussen het combineren van dezelfde patronen, zoals streep op streep, en het combineren van verschillende patronen. Bijvoorbeeld paisley met stippen of fijne krijtstreep met pied-de-poule. Hieronder leg ik de verschillende mogelijkheden uit en vertel ik je hoe je een geslaagde mix van patronen in je outfit krijgt.
Combineren van dezelfde patronen
Als het gaat om het combineren van variaties van hetzelfde patroon, geldt de vuistregel dat je met de verhoudingen moet spelen. Dat betekent: draag je een pak met een groot ruitpatroon, dan kun je het beste
- een overhemd met een fijner ruitpatroon
 - Daarbij of een bijpassende stropdas die voor een fijn ruitpatroon kiest.
 
Qua kleurgebruik moet je je strikt binnen één kleurenpalet houden, zodat de verschillende groottes van het patroon goed tot hun recht komen.
Als je kiest voor verschillende kleurpaletten en diverse maten, kan het oog van de kijker snel overprikkeld raken. Dit moet je absoluut vermijden.
Bij strepen als patroon op kledingstukken kun je prachtig spelen met de dikte van deze strepen. Het mooiste effect bereik je door boven- en onderstuk te combineren met strepen van verschillende breedtes, waarmee je een interessant contrast op twee niveaus van je outfit creëert.
Wie nog een stapje verder wil gaan, draagt onder een verticaal gestreept overhemd een horizontaal gestreept T-shirt. Het overhemd natuurlijk een beetje open, zodat het shirt eronder zichtbaar is.
Als je voor deze combinatie kiest, moet je voor een effen broek gaan. Anders worden het te veel patronen voor het oog van de toeschouwer.
Het combineren van twee verschillende patronen.
De mix van twee verschillende patronen is net iets lastiger dan het combineren van dezelfde patronen in je outfit. Toch is ook dit geen onoplosbaar probleem.
Net als bij het combineren van dezelfde patronen, is het ook in dit geval belangrijk om te spelen met verschillende proporties en bijpassende kleurpaletten.
Daarnaast is er nog een extra, doorslaggevend punt waar je op moet letten. De patronen moeten zo verschillend mogelijk zijn als je ze met elkaar wilt combineren.
Bij het combineren van verschillende patronen profiteer je bovendien van het toepassen van het uienschillenprincipe – ook wel bekend als layering.
- Zo kun je een licht open, geruit overhemd perfect dragen in combinatie met een T-shirt met print eronder.
 - of met een gestreepte trui eroverheen, om een nonchalante, casual streetstyle-look te creëren.
 - Excentrieker wordt het bijna alleen nog door een geruite blazer te combineren met een hoodie, een broek met zijstrepen en sneakers.
 
Klinkt op het eerste gezicht erg experimenteel. Maar kan in het dagelijks leven overtuigen.
Verschillende patronen combineren
Laten we het hebben over de koningsdiscipline van het combineren van prints. Niet één of twee, maar drie of meer prints moeten met elkaar gecombineerd worden.
Hier kan veel misgaan, maar als het lukt, overtuigt de look over de hele linie. Beloofd. In het ideale geval combineer je verschillende groottes van patronen met elkaar. In je eigen outfit zou dus
- een klein,
 - een gemiddelde
 - en een groot vet patroon terugvinden.
 
Het mooie is: niet alle patronen hoeven terug te komen in de kleding.
Het toevoegen van een derde patroon kan ook heel eenvoudig door een gepatroneerd accessoire aan je outfit toe te voegen. Het doel is dat alles eruitziet alsof het heel natuurlijk en zonder al te veel nadenken bij elkaar is gekomen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Maar zeker mogelijk.
Mix van patronen – drie tips ter afsluiting
Vlak voor het einde van de gids voor het goed combineren van patronen in je eigen outfit, zijn er nog drie snelle tips. Drie tips die ervoor zorgen dat je outfit in het dagelijks leven overtuigend is, mits je ze correct toepast. Naar mijn mening zou dat echter helemaal geen probleem moeten zijn.
Tonale patrooncombinaties werken!
Een succesformule voor een geslaagde mix van patronen in je outfit is zeker het gebruik van kleuren uit hetzelfde palet. Door het gebruik van vergelijkbare kleuren en tinten zorg je ervoor dat het geheel bij elkaar past. Ook als je verschillende patronen combineert.
Dit komt doordat het oog van de kijker zich alleen op de verschillende patronen hoeft in te stellen, terwijl de kleuren op een vergelijkbaar niveau blijven. Wie wil, kan natuurlijk toch kleuraccenten toevoegen. Het is dan aan te raden om te kiezen voor kleine details zoals accessoires, contrasterende voering of de kraagkleur van het overhemd.
Spelen met proporties
Als je speelt met verschillende patrooncombinaties in je outfit, is het aan te raden niet alleen op één kleurenpalet te vertrouwen, maar ook op verschillende proporties. Of het nu gaat om grote ruiten met kleine ruiten of brede strepen met smalle strepen, alles is toegestaan zolang het niet te eentonig en saai wordt.
Hetzelfde geldt voor het combineren van verschillende patronen. Zodra je twee of meer verschillende patronen samenbrengt, moet je erop letten dat er een duidelijk verschil in verhoudingen tussen de patronen is.
Maak een statement
Als je je bezighoudt met patronen, hun mix en integratie in je outfit, kun je het meteen goed doen. Daarmee bedoel ik: geen terughoudendheid. Vol gas vooruit. Opvallende patronen verwerk je direct in je bovenkleding. Daar vallen ze als eerste op. Gedempte, rustige patronen kun je het beste toepassen bij broeken, accessoires en dergelijke. Wat bloemenprints betreft, zou bijvoorbeeld het Souvenir Jacket een goede keuze zijn.
Hier ga je direct naar onze categorieën: